vrijdag 26 juli 2013

Abdij van Colen | Mariënlof in Kerniel | Kerkmeubilair uit de 18de eeuw | Sacristiekasten

Patrick Damiaens
Patrick Damiaens
Ornamentsnijder 


Abdij MARIËNLOF in KERNIEL 
(Belgisch Limburg)



Waarschijnlijk is het bezoek aan Musea, Kastelen en kerken de belangrijkste bron van inspiratie voor de ornamentsnijder. 
Het zijn plaatsen waar de vakman zijn ideeën haalt, waar hij op zoek gaat naar nieuwe uitdagingen en steeds voor nieuwe verrassingen komt te staan, en zelfs na 25 jaar nog steeds het gevoel heeft iets nieuws te leren. 
Er gaan kijken hoe je collega’s  300 jaar geleden de problemen oploste, hun kennis van de smaakvolle verhoudingen toegepaste in het interieur , hun kennis van  decoratie en snijtechnieken .


Abdij van Colen
  Mariënlof

Abdij van Colen


Kerniel is een landelijk dorp, gelegen in het boomgaardenrijke land vlakbij Borgloon in het Zuiden van Belgisch Limburg. En in deze groene rust stichtte Maria van Colen  in 1438 met de hulp van de kruisheren Abdij van Colen, Mariënlof. 

Het werd uiteraard opgedoekt door de Franse revolutionairen. Maar in 1822 werd het opnieuw tot leven gewekt, deze keer door cisterciënzers, zeg maar vrouwelijke trappisten. 
Het klooster krijgt de naam Mariae Laudes of Mariënlof. In 1468 en 1483 worden de gebouwen geplunderd en beschadigd door rondtrekkende respectievelijk Bourgondische en Brabantse troepen. Ook in de burgeroorlog tussen de familie de La Marck en prins-bisschop Jean de Horne (1456-1505) wordt het klooster verschillende keren geplunderd. 
De kerk wordt in 1750 door een blikseminslag verwoest; er wordt een nieuwe kerk gebouwd met gedeeltelijk behoud van de oudere muren. In deze restauratiecampagne worden ook de rijke lambrisering, het sacristie-interieur en de schilderingen van M. Aubée gerealiseerd.


Sacristiekasten (1777)
Zicht vanuit de kerk richting sacristie



























Het klooster wordt opgeheven in 1796, waarna de kruisheren het verlaten.In 1822 verkopen de kruisheren het klooster; het wordt ingericht als meisjeskostschool en bestuurd door voormalige cisterciënzerinnen uit Woutersbrakel. Zij vormen na 1831 het klooster om tot een bernardinessengemeenschap, later verheven tot abdij. De gebouwen in hun huidige vorm beschrijven een vierkant kloosterpand met de kerk in de zuidwestelijke vleugel; dit kloosterpand ligt in de zuidhoek van het rechthoekige erf van het neerhof, dat aan de noordwestelijke-, noordoostelijke- en zuidwestelijke zijde door hoevegebouwen is omringd. 
Het erf van het neerhof is gekasseid.
Tegenwoordig is het schilderachtige klooster een van de belangrijkste bezienswaardigheden van het Oude Land van Loon. Er worden buitengewoon waardevolle kunstvoorwerpen bewaard. 
Het belangrijkste is het reliekschrijn van Sint-Odilia, het oudste schilderwerk op doek in de Nederlanden. Het werd in 1292 geschilderd door een onbekend gebleven kunstenaar en stelt de legende van de genoemde heilige voor die, op haar terugweg van een bedevaart naar Rome, samen met elfduizend (!) maagden door de Hunnen werd vermoord. 


 


























Houtsnijwerk Luikse -stijl


Na de Franse Revolutie verhuisde het schrijn naar de kerk van Kerniel en in 1829 wilde de toenmalige pastoor het in een bestaande, maar helaas te kleine nis plaatsen. Dus nam de geestelijke zijn toevlucht tot zaag en beitel. Het dakpaneel van het schrijn werd verwijderd en een ander middendoor gezaagd om het geheel te verkleinen. Negentiende-eeuws vandalenwerk dus. Maar tegenwoordig zorgen de zusters van Colen heel goed voor die schat, die bewaard wordt in de sacristie.
De zusters hebben nog iets merkwaardigs in de aanbieding. In de kerk staat namelijk het oudste zitmeubel van het land: de dertiende-eeuwse koorstoel van Sint-Lutgart, eeuwenlang vereerd door vrouwen die geen kinderen konden krijgen.


Reliekschrijn van de Heilige Odilia


Het vroegere klooster van Colen mag sinds 1990 de titel van “abdij” dragen. Abdij Mariënlof wordt omwille van haar architectonische schoonheid en rijk meubilair, haar herinneringen aan de Heilige Lutgardis, patrones van de Vlamingen, en reliekschrijn van de Heilige Odilia, door duizenden toeristen bezocht.
Ook de 12de eeuwse koorstoel van de H. Lutgart wordt in de abdij bewaard.

Merkwaardig koorgestoelte van 1764, versierd met schilderijen van M.Aubée, met voorstelling van de legende van Sint-Odilia.
Houten hoofdaltaar en zijaltaren (18de eeuw)
Orgel van J.J. Delhaye, Antwerpen (eerste helft 19de eeuw).
Romaanse stoel, zogenaamd van Sint-Lutgardis, afkomstig van de abdij Nonnenmielen bij Sint-Truiden.
In de sacristie, merkwaardig reliekschrijn van Sint-Odilia, van 1292.
Sacristiekasten (1777).
Grafsteen van: jonker Jan van Gutschoven (✝ 1460) en zijn vrouw (✝ 1442). 

Een bezoek aan de abdij kan de weekdagen van 14u tot 17u, zondag van 15u tot 17u. Gesloten op maandag en op kerkelijke feestdagen. Groepen enkel na afspraak.

http://www.patrickdamiaens.be


Geen opmerkingen:

Een reactie posten