De Warande in Brussel |
30 jaar De Warande
1988-2018
In 2018 viert De
Warande zijn dertigjarig bestaan. Een uitstekende aanleiding om in te zoomen op
de rijke geschiedenis van onze Club.
Op verkenning in De Warande met houtornamentist en heraldisch beeldhouwer Patrick
Damiaens.
Een interview en publicatie in het gloednieuwe clubmagazine 'PRESENT' dat in april 2017 aan de leden van De Warande werd voorgesteld.
“Het houtsnijwerk in salon Hertog is het mooiste dat ik ooit
in België gezien heb"
Al van kindsbeen is Patrick Damiaens , Vlaanderens enige
voltijds- zelfstandige houtornamentist, bezeten door kunst en geschiedenis.
Na een opleiding als meubelmaker verfijnt hij zijn
technische kennis bij het Institut Don Bosco in Luik. Patrick wordt er opgeleid tot houtornamentist
gespecialiseerd in de Luikse stijl.
Kort na zijn studies sluit het Institut na 117 jaar
onherroepelijk de deuren. Patrick kan nog net de hand leggen op enkele losbladige “recueils”, farden met
voorbeelden van ornamenten.
Het tekent Damiaens ten voeten uit. Hoe hij – bijna
dwangmatig – er zijn levenswerk van maakt om naast het dagelijks creëren van
wonderlijke en verfijnde houtornamenten, zoveel mogelijk informatie en kennis
over dit uitstervend beroep te bewaren én door te geven.
De Warande opende zijn deuren voor deze uitzonderlijke
ambachtsman. Het resultaat van de rondleiding?
Een schat aan informatie en inzichten over de meer dan bijzondere
houtkunst van het Clubhuis Hôtel Empain.
DW: Wat zijn uw eerste indrukken bij het binnenkomen van
Hôtel Empain?
Damiaens: “Opvallend
is de natuurlijke schoonheid van dit gebouw. De architectuur biedt de
kunstenaar een medium om zich te meten met de natuur en er inspiratie in te
zoeken voor zijn creativiteit.
De inrichting en decoratie van de interieurs bewijzen overduidelijk
dat in het begin van de vorige eeuw, de oude 17de en 18de-eeuwse traditionele
ornamentiek opnieuw in ere werd hersteld. Met dank aan de opdrachtgevers,
ontwerpers en ambachtslui natuurlijk.
Niet dat deze traditie verloren was gegaan hoor, ze werd
gedurende een korte tijd verdrongen door de ‘modern style’. Brussel had rond
die tijd zijn sporen immers verdiend als dé wereldstad en de wieg van de Art
Nouveau, een innoverende architectuur die hier tot bloei is gekomen.
Al in 1907 was de Art Nouveau echter al over haar hoogtepunt
heen. Traditionele krachten - die overigens nooit op hun lauweren waren blijven
rusten - eisten weer hun plaats op en kregen die terug onder koning Leopold II,
die toen de toon zette.
DW: Hoe uit zich dat in De Warande?
Damiaens: Het gebruik van de Franse decoratiestijlen, de
uitbundigheid in de ornamentiek, de opdeling in de lambriseringen en de
composities van het snijwerk in Hôtel Empain getuigen van een
hooggekwalificeerd vakmanschap. De architectonische esthetiek en kunst in De
Warande zijn een lust voor het oog.
DW: In welk salon kunnen we het meest bijzondere
houtsnijwerk terugvinden?
Damiaens: Het houtsnijwerk in salon Hertog is – voor mij
persoonlijk – het mooiste dat ik ooit in België heb gezien, specifiek uit deze
stijlperiode, namelijk de neorenaissance.
De neorenaissance beleefde haar hoogtepunt tussen 1875 en
1885, maar het is heel waarschijnlijk dat het snijwerk in salon Hertog eerder
uit het begin van de 20ste eeuw stamt.
Duidelijk is dat de Mechelse houtsnijders sinds de late
middeleeuwen trouw zijn gebleven aan de ‘Vlaamse Renaissancestijl’. Ze waren
bekend voor de kwaliteit van hun werk.
Door de opflakkering van de neorenaissancestijl rond 1875 is
het voor hen dan ook redelijk eenvoudig om op de verhoogde vraag in te spelen
en opnieuw hoogkwalitatieve snijwerken te produceren.
Niet alle houtsnijders in het Mechelse waren meesters in het
houtsnijden. Net zoals vandaag, waren er destijds goede en slechte vaklui. En
voor De Warande werd duidelijk een topsculpteur aangetrokken.
“Net zoals vandaag waren er destijds goede en slechte
vaklui. En voor De Warande werd duidelijk een topsculpteur aangetrokken.”
De 50 (!) vierkante meter grote houtsnijwerken in Salon
Hertog zijn van de hand van de Mechelse beeldhouwer Frans Louis. Ze stellen de verschillende episodes voor uit
het leven van Jeanne d’Arc.
Daarnaast vinden we een authentieke renaissance open haard,
gebeeldhouwd in marmer en van Venetiaanse oorsprong. Twee gebeeldhouwde - met
bladgoud belegde - kolommen dragen een tafereel dat de schoorsteenmantel
(Trumeau) versiert en dat het laatste avondmaal van Christus voorstelt. Een
passend thema voor deze eetkamer...
Het gepolychromeerde werk is Italiaans en 17de-eeuws. Het
was destijds traditie om authentieke
kunststukken met nieuwe ontwerpen te combineren in een interieur .
DW Uit welke stappen bestaat het creatieproces van een
houtsculptuur?
Damiaens: Alles begint met een goede mal, vaak gemaakt uit
plaaster.
Een gipsmodel is een ruimtelijk voorbeeld van hoe een
bepaald ornament eruit ziet, of kan zien. Het
toont de houtornamentist erg tastbaar hoe de vormgeving en het karakter
van een bepaalde stijlperiode eruit hoort te zien.
In de vorming tot een goede houtornamentist spelen
ornamentale voorbeelden - door hun vormgeving en fysieke aanwezigheid - een
belangrijke rol.
Na de opdracht om een versiering of ornament te maken, werd
het ontwerp aanvankelijk in klei geboetseerd. De opdrachtgever kon dan oordelen of het ontwerp
voldeed.
De ornamentsnijder zou met dit kleimodel aan de slag kunnen
om er een ornament in hout van na te maken. Helaas: klei heeft de vervelende
eigenschap snel uit te drogen. Gevolg: het model scheurt, er brokkelen stukjes
af. Klei werkt niet, toen niet en vandaag evenmin.
De oplossing bestond eruit eerst een mal van het kleimodel
te maken en deze daarna vol te gieten met gips. De geboorte van het gipsmodel,
zeg maar.
Gips is een veel duurzamere oplossing, omdat het heel hard
wordt. Dat laat de ornamentsnijder toe maten te nemen voor zijn werkstuk.
Een ornamentist, zoals ikzelf, is altijd op zoek naar nieuwe
voorbeelden. Als ik in het buitenland collega-ornamentsnijders bezoek, dan gaat
mijn volle aandacht automatisch naar hun collectie plaastermodellen en andere
gipsafgietsels die de muren van hun atelier sieren.
Er zijn natuurlijk ook schetsen, boeken en foto’s, maar die
kunnen een gipsmodel nooit vervangen.
De Warande in Brussel | Patrick Damiaens |
DW: Waar haalden de Mechelse houtsnijders hun inspiratie
voor het werk in De Warande?
Damiaens: De opdrachtgever-architect of het
houtsnijdersatelier heeft zich laten inspireren door naslagwerken met fotomateriaal (interieurs en detailopnames).
Deze zogenaamde recueils (grote fardes
met losse bladeren) belichten een
specifiek thema (hout, steen metaal…), een bepaalde stijlperiode, of een
plaats, een museum of kasteel. Het merendeel van deze naslagwerken werd in
Frankrijk gemaakt tussen 1860 tot 1910.
Andere inspiratiebronnen zijn quasi zeker studiomodellen of
gipsmodellen. Voor de houtsnijder is het zo goed als onmogelijk om ornamenten
te tekenen en te snijden als er geen model (in dit geval uit gips) voorhanden
is. Eind 19de eeuw waren er
verschillende Europese musea met een afdeling gipsafdrukken, zoals Brussel,
Parijs, Berlijn, London,… Van heel wat bekende en minder bekende kunstwerken,
houtwerken, detailopnames, enz. werden afdrukken gemaakt.
DW: Waarop is het houtsnijwerk van onze Club gebaseerd?
Damiaens:
Een eerste voorbeeld is een motief dat verwerkt is in één
van de houtwerken in salon Hertog. Deze houtsnijcompositie zag ik al lang
geleden, ergens op een gipsafdruk. De Koninklijke Musea voor Kunst en
Geschiedenis hebben me bevestigd dat deze gipsafdruk in hun collectie zit. Ze
bezorgden me een foto van een oude cataloog. Het is dus zeer waarschijnlijk dat
de architect, opdrachtgever of het houtsnij-atelier dit gipsmodel ook in zijn
bezit heeft gehad.
Dit specifieke ornament heeft zijn oorsprong in het kasteel
van Versailles in Frankrijk.
Ook het kasteel van Rambouillet deed dienst als
inspiratiebron voor de decoraties in De Warande. Deze decoraties stonden oorspronkelijk op een lambrisering, maar in
De Warande werden ze uiteindelijk aangebracht op een deur. De
houtsnijder-architect heeft de compositie moeten versmallen tot deurbreedte.
DW: Wat onthoudt u van het bezoek aan onze Club?
Damiaens: "Dat baron Empain kosten noch moeite gespaard
heeft om een rijkelijk en uitgebalanceerd interieur te creëren. Het
uiteindelijke doel van deze decoraties wordt honderd jaar later nog altijd
bereikt: gasten en bezoekers imponeren, verbazen en inspireren door de
kwaliteit en overdaad van de prachtige houtsnijwerken. Deze unieke Club had
geen betere locatie kunnen uitkiezen."
DW: Hartelijk dank Patrick!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten