Het Petit Palais in Parijs, hoofdingang |
Het Petit Palais in Parijs
Eikenhouten lambriseringen en boiserie
November 2016, Parijs
Met de hogesnelheidstrein, de Thalys, van Brussel naar
Parijs. In ongeveer 1 uur en 20 minuten ben je er. Ik was in
gezelschap van een aantal cursisten houtsnijden, toen we op een stralende
zaterdag in november van 2016 deze uitstap maakten. Ik had een aantal
bezienswaardigheden en musea uitgezocht die zeker in de smaak zouden vallen.
Eén van deze bezienswaardigheden was het Petit Palais. Het werd gebouwd door
architect Charles Girault voor de wereldtentoonstelling, oftewel de Exposition
Universelle in Parijs van 1900.
Dit overblijfsel van de Exposition
Universelle is in architectonisch opzicht zowel klassiek als modern een
schoolvoorbeeld van eclectische architectuur. Er ontstond een buitengewoon
elegant bouwwerk met een indrukwekkende voorgevel. Op het eerste zicht heeft
het gebouw kenmerken van de 17e en 18e eeuw. De koepel
van het voorportaal doet denken aan die van het nabijgelegen Hôtel des
Invalides. De zuilenrij aan de voorkant lijkt op die van de Place de la
Concorde. Hoewel het Petit Palais, naar zijn naam, kleiner is dan het Grand
Palais, is het zeker niet minderwaardig. Ze werden namelijk beiden gebouwd voor
de wereldtentoonstelling van 1900.
Collectie
In het Petit Palais kan men
kunstvoorwerpen vinden van de Griekse oudheid tot de 20e eeuw, zoals
schilderijen, beeldhouwwerken, kunstvoorwerpen, meubilair, wandtapijten
en de mooiste iconenverzameling van Frankrijk. Dit museum is meestal gratis te
bezoeken, voor tijdelijke tentoonstellingen moet echter betaald worden.
Het Petit Palais is een kwalitatief, hoogwaardig en
imponerend architecturaal geheel, dat gebouwd is om te
blijven bestaan en nu dienst doet als museum voor schone kunsten van de stad
Parijs.
De rechtervleugel, aan de zijde van de Cours de la Reine, wordt vooral gebruikt voor tijdelijke tentoonstellingen. In 2010 was hier onder andere een overzichtstentoonstelling te zien van het werk van Yves Saint Laurent, de grootste couturier van Frankrijk. De linkerzijde, die van de Champs Élysées, wordt vooral gebruikt voor permanente tentoonstellingen. Deze zijn volgens een tijdspanne van de klassieke oudheid tot het begin van de 20e eeuw verdeeld in verschillende secties. Wie een chronologische tour wil maken, kan het beste beginnen in het souterrain. Van daaruit doorloop je de (kunst)geschiedenis van de Griekse en Romeinse tijd, naar de middeleeuwen via de Renaissance tot aan de 20e eeuw. Delacroix, Jan Steen, Rembrandt, maar ook meesterwerken van Rodin, Maillol, Bonnard, Renoir en Cézanne komen aan bod. Deze prachtige en veelzijdige collectie is vooral te danken aan privéschenkingen en nalatenschappen, die het mogelijk maken om een volledig beeld te scheppen van wat er door de eeuwen heen op artistiek vlak werd bereikt. En dit alles in overtuigend en betoverend samenspel met de rijke, maar vooral overvloedige architectuur.
Het Petit Palais in Parijs, grondplan |
1902
In 1902 werd het museum officieel in gebruik genomen.
Charles Girault had in zijn gewaagde ontwerp gebruik gemaakt van het aanwezige
natuurlijke licht. Jammer genoeg werden de glazen daken en koepels die het
licht binnenlaten, afgedekt om de kunstwerken te beschermen tegen de kwalijke gevolgen
van de zon.
De Architecten Philippe Chaix en Jean-Paul Morel hebben voor
dit probleem een oplossing gevonden. Ze construeerden een schuin aflopend,
glazen dak bovenop een horizontaal dak, waardoor de kunstwerken en zalen nu
weer volledig tot hun recht komen in een zee van natuurlijk licht.
De vernieuwing van Chaix en Morel was van groot belang, want
alle schilderijen waren gemaakt in ateliers waar enkel natuurlijk licht naar
binnen kon komen. Nu komt de lichtval dus beter overeen met die van het moment
waarop het schilderij vervaardigd werd.
Eikenhouten lambriseringen en boiserie |
Het museum was vooral bekend om zijn tijdelijke exposities,
terwijl men nu een oppervlakte van 5000 vierkante meter kan ontdekken. De
schilderijen, sculpturen en kunstvoorwerpen zijn in resonantie geplaatst opdat
het publiek zo veel mogelijk bewust wordt van de verschillende culturen en
periodes. Voor de zeventiende eeuw, bijvoorbeeld, kan het publiek enkele mooie
kunstvoorwerpen bezichtigen die niet ver gelegen zijn van de schilderijen van
Rembrandt. In de sectie van de achttiende eeuw zijn er schilderijen van Boucher
en van David te vinden die geplaatst zijn bij meubels en tapijtwerken van
dezelfde periode.
De tuin is gereconstrueerd zoals deze origineel in 1900 was.
Door de inwerking van bomen- en plantenwortels vertoonden alle vijvers echter
scheuren. De mozaïeken van de vijverranden werden bedekt met cement opdat het
water niet zou kunnen weglopen. Gelukkig werden deze mozaïeken wel
teruggevonden. De vijvers deden al sinds tien jaar geen dienst meer en de tuin
was gesloten voor publiek. Ook de vegetatie rondom de vijvers is zoals ze was
in 1900. De palmbomen maken het geheel een beetje exotisch, zodat het lijkt
alsof men zich op de Promenade des Anglais bevindt. Dit is niet om een band te
leggen met het middellandse zeegebied, maar omdat de eerste tuinen van 1900 nu
eenmaal zo waren.
In 2005 is het gebouw nog eens voor de lieve som van 264
miljoen gerestaureerd en is nu een van de architecturale parels van Parijs.
Voorbeelden hiervan zijn mozaïeken vloeren, beschilderde koepels en monumentale
trappen die rijkelijk voorzien zijn van siersmeedwerk. Een groot bordes aan de
voorzijde leidt je naar een indrukwekkend portaal met glazen koepels, erkers en
een immense zuilengang.
Het museumcafe
In de halfronde binnenkoer bevindt zich het museumcafé. Het
is zeker één van de meest sfeervolle museumcafés van de Franse hoofdstad en dus
een echte aanrader. In een oase van rust, in de nabijheid van de levendige
Champs Élysées vind je deze charmante binnentuin omzoomd met mozaïeken en
majestueuze colonnades. Hier kan je genieten van een eenvoudige en originele
kaart. Het is er niet goedkoop, maar sfeer heeft zijn prijs. Het is zeker de
moeite waard, al is het maar een tasje koffie met wat macarons.
Een impressie. Een aantal foto's uit november 2016.
Majestueuze colonnades in een oase van rust | Le Petit Palais |
Zicht vanuit het Museum Cafe | Le Petit Palais Parijs. |
Eikenhouten
lambriseringen en boiserie
__________________
_______
Op de eerste etage van het Museum (collectie XVIIIe eeuw) is de collectie van Edward Tuck en zijn vrouw Julia Stell te bezichtigen.
Tuck werd als viceconsul naar Frankrijk gestuurd en zo is zijn leven als expat in Parijs begonnen. Hij gebruikte zijn aanzienlijke vermogen om kunst te verzamelen en schonk royaal aan onderwijsinstellingen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Hij heeft eveneens steun verleend aan het American University Center in Parijs en aan de renovatie van openbare monumenten in Rome en Monte Carlo. Zijn grootste gift was na zijn dood in 1938 te Monte Carlo, hij schonk zijn hele kunstcollectie aan Frankrijk. De waarde van de collectie op dat moment was $5 miljoen. Om zijn vrijgevigheid te eren, heeft de stad Parijs een Avenue naar hem genoemd vlak in de buurt van Le Petit Palais waar zijn kunstcollectie is ondergebracht.
EDWARD TUCK, Petit Palais |
Petit Palais in Parijs |
Le Petit Palais Paris, Collection Edward Tuck |
Eikenhouten lambriseringen en boiserie |
Petit Palais in Parijs | Eikenhouten lambriseringen en boiserie |
Le Petit Palais Paris, Collection Edward Tuck |
Eikenhouten lambriseringen en boiserie |
Le Petit Palais Paris, Collection Edward Tuck |
Eikenhouten lambriseringen en boiserie |
Eikenhouten lambriseringen en boiserie |
Het Peitit Palais in Parijs |
https://www.patrickdamiaens.nl |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten