zondag 14 augustus 2016

VERGULDEN, VERVEN, SGRAFITTO | Polimentvergulding | Sgrafitto op lijsten

VERGULDEN, VERVEN, SGRAFITTO | Polimentvergulding | Sgrafitto op lijsten
Sgrafitto op lijsten



VERGULDEN, VERVEN, SGRAFITTO 
 Polimentvergulding

DECORATIES

In de verschillende blogitems heeft u kunnen genieten van mooie interieurs met fraaie meubelen en andere decoratieve voorwerpen . Het decoratieve van een object wordt in de eerste plaats bepaald door de vormgeving welke met een uitgekiende decoratie wordt versterkt. Vergulde decoraties voeren weliswaar de boventoon, maar er zijn decoraties die naar mijn idee veel expressiever zijn.

VERGULDEN, VERVEN, SGRAFITTO 

Italiaanse tabernakellijsten uit de Renaissance vind ik tot de mooiste gedecoreerde objecten behoren. Een tabernakellijst heeft het uiterlijk van een miniatuur Griekse tempel, met een timpaan op 2 kolommen. Het zijn juweeltjes van ontwerp en het vakmanschap om een dergelijke lijst te maken met een mix van decoraties in vorm en uitvoering. Tabernakellijsten werden uitgevoerd in slechts enkele basistechnieken: vergulden, verven en sgrafitto. Het zijn deze technieken die ik hier kort onder uw aandacht  brengen. Het zijn  de belangrijkste decoratiemethoden voor beeldhouw- en houtsnijwerk en op lijsten met ornamenten die vanaf de middeleeuwen werden toegepast.



Restauratietechnieken | Bladgoud | Lijsten en kaders | Pigmenten en kleurstoffen | verftechnieken | Polimentvergulding | restauratie snijwerk | sgrafitto | sgrafitto op lijsten
Tabernakellijst


De basis, het hout

Alvorens te kunnen decoreren zal er eerst een object gemaakt moeten zijn. Ik beperkt mij tot houten objecten. De basis voor mooi werk wordt gelegd in de kwaliteit van het gekozen hout.
Een beeldhouwer, een ornamentist en een vergulder/decorateur hebben met elkaar gemeen dat zij een grondige afkeer hebben van hout dat krom trekt, scheurt en noesten heeft. Voor goed werk is foutloos, fijn generfd en goed gedroogd hout  dat fatsoenlijk kwartiers gezaagd is noodzakelijk.  In het algemeen werden vroeger lokaal voorhanden zijnde inheemse houtsoorten gekozen.

In de vroege middeleeuwen werden beelden uit een massief stuk boomstam gesneden. U begrijpt, in de kortst mogelijke tijd kwamen er grote droogscheuren in het beeld. Op basis van die ervaringen ontstonden 2 methoden om scheurvorming tegen te gaan. De ene methode was een groot gat vanuit de onderzijde in het hart van de stam boren.. Scheurvorming begint in het hart van de stam. 



De dunnere wand heeft minder spanning en daardoor minder neiging hebben tot scheuren en trekken. De tweede was het beeld vanuit de achterkant uithollen en het gat dan later met een deurtje afdekken.
Voor de komst van de zaagmolen werd hout gekloofd om er planken van te maken. Dat waren in feite kwartierse planken en kwartiers hout heeft veel minder neiging tot scheuren en kromtrekken dan dosse gezaagd hout.
  
Genoeg aanleiding voor de beeldhouwer aan de timmerman te vragen om een soort doos uit dik kwartiers hout te maken waaruit hij dan zijn beeld kon snijden. Deze methode had nog meer voordelen: de vorm van de doos kon worden afgestemd op de vorm van het te maken beeldhouwwerk en het werd gemakkelijker om noestarm hout te gebruiken. De economische voordelen laat ik maar voor wat ze zijn. Deze doostechniek wordt heden ten dage nog regelmatig toegepast.



Met uitzondering van de kleine eenvoudige lijsten, worden schilderijlijsten uit constructief oogpunt al sinds de middeleeuwen uit afzonderlijke delen opgebouwd. Niet alleen vanwege de opbouw met afzonderlijke regels, maar ook omdat de regels meestal uit meerdere latten worden opgebouwd. Waar dikke ornamenten moesten komen werden aparte opzetstukken gemaakt. Op deze manier wordt scheurvorming en kromtrekken van de lijst misschien niet geheel voorkomen, maar in ieder geval toch goed tegengegaan.

Het Werken van hout

Een boom bevat water en vloeistoffen met daarin de voedingsstoffen. Als de boom geveld is en tot planken gezaagd is het vochtgehalte in het hout veel groter dan van de lucht. Het hout moet drogen, d.w.z. het vochtgehalte moet in evenwicht komen met het vochtgehalte van zijn omgeving. 
Bij natuurlijk drogen in de lucht moet gerekend worden met 1 jaar droogtijd per cm plankdikte. Een plank heeft de neiging krom te trekken en wel zo dat de jaarringen gestrekt worden. 




Een dosse plank trekt dus krom en een kwartierse plank nauwelijks. Het was vroeger zeer gebruikelijk om bomen te wateren. Een pas gevelde stam werd gedurende maanden tot enkele jaren in licht stromend water gelegd om het hout bestendiger te maken tegen insectenvraat en schimmels en ook beter bewerkbaar te maken. In hoeverre het wateren in de  middeleeuwen en met name in Italië en Frankrijk werd toegepast is nog onbekend.

Hout krimpt en zet altijd uit (in de breedte) onder invloed van de variaties van de luchtvochtigheid. Daarom wordt in musea de lucht geconditioneerd op temperatuur en vochtigheid. Grote aantallen bezoekers die buiten in de regen hebben gestaan bezorgen een conservator hoofdpijn.



De Voorbewerking voor het decoreren

Decoreren begint bij het prepareren van de ondergrond. De houten ondergrond blijft altijd werken en is dus altijd in beweging. De afwerklaag van goud, verf enzovoort is echter niet elastisch genoeg om met het hout mee te kunnen bewegen en gaat op den duur scheuren. Dat willen we niet en daarom gaan we het hout isoleren en ook voorbereiden op de decoratie. 
In ons vakgebied wordt dat gedaan door het hout eerst in te smeren met een verdunde dierlijke lijm. Tevens worden eventuele noesten onschadelijk gemaakt door er een stukje textiel over te lijmen. Bij ikonen wordt de gehele ondergrond met doek beplakt. Daarna volgen enkele lagen gesso. Gesso (Italiaans voor “gips”) is een mengsel van dierlijke lijm en krijt (calciumcarbonaat). 


Het vergulden van een familiewapen in hout

Kunstschilders gebruiken ook heden gesso om er hun schilderijdoek mee te prepareren. Met de gesso is het hout voldoende geïsoleerd en de ondergrond tevens goed voorbereid. Voorbereid wil zeggen een goede hechting bieden voor de vervolgstappen die op hun beurt afhankelijk zijn van het soort decoratie die toegepast wordt.

Het Vergulden
Vanaf medio 17e-eeuw wordt het vergulden de belangrijkste decoratie in Frankrijk en Italië, en voorts in de “wereld” die de trendsetters volgt. Objecten, lijsten worden geheel verguld. Voordien werd het vergulden gebruikt om bepaalde delen van de decoratie een gouden uitstraling te geven. Met name accentueren leggen.
Poliment- en mixtionvergulden zijn de belangrijkste vormen van vergulden waar men mee te maken krijgt.



Bij polimentvergulden wordt op de gesso een laag vette klei gemengd met dierlijke lijm, de bolus, aangebracht. Op de met verguldwater bevochtigde bolus wordt dan het bladgoud opgelegd. 
Na enig drogen heeft het goud zich goed aan de bolus gehecht en kan  dan glanzend worden gepolijst met een agaatsteen: het bruneren. Vroeger nam men daar een honden- of wolfstand voor.

De bolus kan verschillende kleuren hebben. Heel bekend is de rode Armeense bolus. Het bladgoud is flinterdun zodat de ondergrondkleur als het ware door het bladgoud schijnt. Op die manier kan de uitstraling van de vergulding worden gestuurd. Zo maakt rode bolus het goud warmer en gele bolus de vergulding koeler. Bij een laat-Barokke kroonluchter ben ik eens groene bolus tegengekomen.




Bij mixtionvergulden wordt op de gesso eerst een waterdichte laag van vernis of schellak aangebracht om het zuigen van de ondergrond te verhinderen. Dat voorkomt dat de lijm onregelmatig gaat plakken. Daarop komt een mengsel van een drogende olie en harsen, de mixtion. 
Zodra de mixtion na enkele uren voldoende is aangedroogd kan hierop het bladgoud worden opgelegd. Een mixtionvergulding kan niet glanzend worden gepoetst. ( het polijsten met een agaatsteen zoals bij polimentvergulding)

Omdat de gesso niet vochtbestendig is polimentvergulding niet geschikt voor objecten voor gebruik buiten of een vochtige omgeving. Mixtion kan op iedere niet-zuigende ondergrond worden aangebracht en daarom ook geschikt voor het vergulden van buitenwerk. Waarom dan hier een gesso-ondergrond nemen? Soms worden poliment- en mixtion op het zelfde object toegepast en dan is het handiger als de ondergrond overal gelijk is. Behalve het hout isoleren kan de gesso ook gebruikt worden om het hout te egaliseren als dat gewenst mocht zijn. Ook kan men er versieringen  mee maken (pastiglia).
Het verhaal gaat dat koning Lodewijk XIV uit geldnood massief gouden voorwerpen heeft vervangen door replica’s die dan verguld werden om het bedrog te verdoezelen. Het is mogelijk. Hij was zeker niet de eerste die zijn volk bedroog. Wel staat vast dat in de antieke oudheid de Egyptenaren, de Etrusken en de oude Grieken de kunst van vergulden tot in de puntjes  beheersten.




De Verf
Verf bestaat uit pigmenten en een bindmiddel. Pigmenten ontlenen hun kleur door bepaalde golflengten van het licht te absorberen. Het bindmiddel moet er voor zorgen dat de pigmentkorrels aan elkaar en aan de ondergrond hechten.
Voor onze toepassingen komen alleen anorganische pigmenten in aanmerking, omdat die hun kleur behouden. Plantaardige pigmenten verkleuren te snel.

Restauratietechnieken | Bladgoud | Lijsten en kaders | Pigmenten en kleurstoffen | verftechnieken | Polimentvergulding | restauratie snijwerk | grafitto | grafitto op lijsten
Kleurpigmenten

Anorganische pigmenten werden vroeger gemaakt door het vermalen van gesteente, mineralen en halfedelstenen (zoals lapis lazuli) of uit verweringsproducten uit bepaalde gesteenten zoals Sienna, de aardpigmenten. Sienna werd naar schatting al 35.000 jaar geleden door de mens gebruikt als bodypaint en voor grottekeningen). 
Heden ten dage worden de meeste anorganische pigmenten ook langs chemische weg gefabriceerd. De voordelen zijn constante kwaliteit, fijne gelijkmatige korrel en betaalbaarheid, De chemie heeft ook alternatieven ontwikkeld voor pigmenten die giftige bestanddelen bevatten, zoals zinkwit i.p.v. loodwit. In zijn beroemde “Il libro dell’arte” gaat de middeleeuwse kunstschilder Cennino Cennini uitvoerig in over het maken van verf. 

Alle grote kunstschilders hadden leerlingen wier taak het was om pigmenten te vermalen voor de meester. De kunstschilders Jef van der Veken en Han van Meegeren maalden hun pigmenten en wreven de verf zelf om zo geheel in de stijl van hun illustere voorgangers te kunnen schilderen. Beide kunstenaars begrepen de essentie van het decoreren met verf.  Beide schilders staan helaas ook bekend als vervalsers. Maar ging het bij hen uitsluitend om financieel gewin?


Restauratietechnieken | Bladgoud | Lijsten en kaders | Pigmenten en kleurstoffen | verftechnieken | Polimentvergulding | restauratie snijwerk | sgrafitto | sgrafitto op lijsten
Mengen van de pigmenten

De tweede component van verf is het bindmiddel dat de pigmentkorrels aan elkaar en aan de ondergrond moet hechten. Gesso is ook daar een ideale ondergrond voor. In de 17e eeuw doet lijnolie zijn intrede als bindmiddel en de olieverf begint zijn opmars bij de “schilderijschilders”.  Opmerkelijk is dat olieverf voor het decoreren van kunstvoorwerpen niet echt in zwang komt. Mogelijk heeft dat te maken met de relatief lange droogtijd van olieverf.



Tot die tijd was eitempera het ideale bindmiddel voor decoraties en voor schilderstukken. Bij eitempera wordt alleen het eigeel uit de dooier van een ei gebruikt en het eigeel wordt verdund met een beetje water. Goed met elkaar gemengd ontstaat een emulsie, een mengsel (latijn: temperare) van fijne oliebolletjes in water. Wanneer bij het drogen het water uit het mengsel verdampt worden de eiwitten in het eigeel gedenatureerd; d.w.z. de eiwitten worden in water onoplosbaar. De olie van het eigeel blijft grotendeels gewoon olie. Het pigment wordt vooraf met water gemengd tot een papje. Het pigmentpapje bij het eigeelmengsel voegen, goed mengen en eenmaal opgebracht ontstaat er een  ideale verflaag die goed hecht aan de ondergrond, snel droogt en (door de olie) voldoende elastisch blijft.

Omdat tempera niet transparant is en de verschillende kleuren niet met elkaar gemengd kunnen worden, moeten de verschillende kleuren in lagen over elkaar heen geschilderd worden. Voor decoraties van gepolychromeerde beelden en lijsten een ideale verf die zijn kleur eeuwen lang weet te behouden. Dat gaat ook op voor schilderijen die ons de indruk geven dat zij gisteren zijn geschilderd en niet 400 jaar geleden.

Wie in de verre oudheid bijvoorbeeld gesso en eitempera hebben ontwikkeld is niet bekend. Dit soort ontwikkelingen ontstaan in het algemeen  per toeval waarbij men gebruik maakt van de materialen die in de omgeving voorhanden zijn. Een stuk gevallen ei, kalksteen of dergelijke. Vervolgens begint men te experimenteren om te zien of men een betere kwaliteit kan maken, hoe men de betrokken processen onder controle kan houden. Men komt in aanraking met objecten uit andere landen, waardoor een vergelijken met het eigen voorwerp en eigen technieken mogelijk wordt en op die manier wordt men weer verder gestimuleerd (om door te gaan of te stoppen). Het resultaat is dus een goed eindprodukt.


Restauratietechnieken | Bladgoud | Lijsten en kaders | Pigmenten en kleurstoffen | verftechnieken | Polimentvergulding | restauratie snijwerk | grafitto | grafitto op lijsten
Het schuren van de gesso (vergulden)

Cennino Cennini is in de middeleeuwen de eerste die op schrift stelt wat er in de decoratieve wereld in zijn tijd omgaat, hoe materialen moeten worden gemaakt, hoe een object moet worden voorbereid. Aan alle facetten besteed hij aandacht. De eerste verslaglegging van eeuwenoude tradities. Hij beschrijft ook het schilderen met eitempera, de functie van gesso op de houten ondergrond en ook het vergulden.


Gesso en bolus reeds aanwezig

Het poetsen van het goud met de agaat (Vergulden)

De kunstenaar en ambachtslieden uit de Renaissance gebruiken uit “Cennini” hetgeen voor hen het meest geschikt is, waaronder gesso, eitempera en vergulden. Dat worden uiteindelijk de hoekstenen voor de decoratieve kunst.
Ik ben niet tegen moderne materialen en andere technieken. Dankzij de chemische industrie is er een scala van materialen op basis van kunstharsen beschikbaar met hun eigen toepassingen. 
Er zijn omstandigheden waar de “oude” materialen en methoden niet of minder geschikt voor zijn, zoals in de buitenlucht, vochtigheid, en daar worden met succes “nieuwe” materialen toegepast. Mijn belangrijkste argument voor behoud van het oude is dat die “oudjes” zich al eeuwen hebben bewezen en zich nog eeuwen zullen bewijzen. En dat kan van de moderne materialen lang niet gezegd worden



Sgrafitto

Sgrafitto

Sgrafitto vindt zijn oorsprong in de keramiek. Zelfs in de verre oudheid werd het al als decoratie toegepast op potten. Bij sgrafitto worden meerdere kleilagen met elk een andere kleur over elkaar heen gelegd. Als de pot of schotel voldoende gedroogd is wordt met een scherp voorwerp de klei plaatselijk zo ver weggekrabt tot de gewenste kleurlaag is bereikt. Als dat op een gestructureerde manier gebeurt ontstaat er een tekening. Ook op gebouwen kan men soms sgrafitto zien; in dat geval gaat het om gekleurde pleisterlagen.



Sgrafitto in steen

Sgrafitto in steen

Als decoratiemiddel voor beelden, lijsten en andere objecten gaat het als volgt. Eerst wordt het object geheel verguld. Vervolgens wordt het bladgoud met eitempera geheel overschilderd. De meest voorkomende kleuren zijn blauw, blauwgrijs, rood en groen. Vervolgens, u raadt het al, wordt de tekening overgebracht en met een speciale pen wordt met engelengeduld en een vaste hand zeer voorzichtig de tempera conform de tekening weggekrabt. Hierbij kunnen zeer dunne vloeiende lijnen worden gemaakt.  Omdat de lijst of het object in zijn geheel is verguld kunnen eenvoudig extra decoraties worden aangebracht.

Gepolychromeerde beelden werden in de Renaissance en Barok (en daarna) met eitempera gekleurd. Versieringen met name op kleding werden vaak in sgrafitto uitgevoerd.




Er bestaan decoratietechnieken waarbij het lijkt dat het om sgrafitto gaat, maar bij nadere beschouwing het niet is. Als eerste de plaatselijke vergulding. 

Met mixtion wordt op de verflaag de tekening geschilderd waarna het bladgoud op de mixtion wordt opgelegd. De tweede techniek is het omgekeerde van de eerste. Op de vergulding wordt met eitempera heel precies de tekening geschilderd. Voor deze techniek is eitempera zeer geschikt vanwege de goede hechting op het bladgoud en het snelle drogen. De beide technieken zijn geen minderwaardige methoden om sgrafitto te imiteren. 

Het zijn gewoon andere technieken met hun eigen voor- en nadelen. Alle technieken hebben met elkaar gemeen dat er veel geduld en grote vaardigheid van de decorateur voor nodig is. Alle drie genoemde technieken worden ook heden ten dage nog regelmatig toegepast en niet alleen bij restauratiewerk.
Sgafitto is dus zelf geen zelfstandige techniek, maar een slimme gebalanceerde combinatie van de hoekstenen vergulden en verven, waardoor de decoratieve waarde niet 1 +1 = 2 is, maar veel meer doordat de kunstenaar zijn decoratieve elementen heel fijn, sierlijk en tegelijkertijd heel subtiel in de compositie kan weergeven.



Afsluitend enkele voorbeelden

In de Italiaanse Renaissance werden tabernakellijsten op deze geweldige wijze gedecoreerd.  In het Uffizi-museum in Florence zijn fraai voorbeelden ten toon gesteld. Dit museum is zeker de moeite van een bezoek waard  als u te dezen geïnteresseerd bent. Niet te vergeten de vele meesterwerken van de kunstschilders uit alle tijden die er te bewonderen zijn.
Een andere optie is een bezoek aan het Palais de Versailles en het Louvre. Kunstenaars en ambachtslieden uit vervlogen tijden hebben schitterende werken gemaakt die daar bewonderd kunnen worden. Dankzij de door hen toegepaste materialen en technieken hebben deze werken de tand des tijds met vlag en wimpel doorstaan zodat wij vol bewondering er heden ten dage nog van kunnen genieten. 
Voor de meeste bezoekers telt terecht het aanzien van het kunstwerk en de wijze waarop het tot stand kwam is voor hen vaak ondergeschikt. Ik ben er echter van overtuigd dat museumbezoekers nog meer waardering zouden hebben als zij enige kennis zouden hebben betreffende de manier waarop een dergelijk kunstwerk tot stand kwam. Door middel van bovenstaande informatie heb ik getracht een tipje van de sluier te lichten.

Tekst: Willem van Dort
04-08-2016



Troy Stafford een sgrafitto decoratie krabben. Foto: Stafford




Sandro Botticelli: Annunciatie met tabernakel lijst, Museum Uffizi, Florence. Foto: Van Dort




C J Frames: Renaissance frame with sgrafitto decoration



Aanbevolen literatuur en andere bronnen
E. Murta and C. Saraiva. Poster 2014. How was it made? The Virgin and Child, a perfect example of the typologies that characterise Malines sculpture.
 In: K. Seymour (ed) Polychrome Sculpture: Artistic Tradition and Construction Techniques Proceedings ICOMCC Interim Meeting, Working Group Sculpture, Polychromy, and Architectural Decoration, Glasgow 13-14 April 2012, ICOMCC.

Cennino Cennini
 Ill libro dell’Arte – Italië ca 1400
Ned. Bewerking: Handboek voor de kunstenaar; uitg. Contact

Making a Spanish Polychrome Sculpture
Video J. P. Getty Museum

T. Newbery et. all
Italian Renaissance Frames
Uitg Metropolitan Museum of Art, New York

Lynn Roberts
The Frameblog

1 opmerking: