In het voorjaar van 2017 (april) bracht ik een bezoek aan het Kasteel van Chantilly (Château de Chantilly) dit domein bevindt
zich in de vallei van de Nonette, een zijrivier van de Oise in het gelijknamige
departement in Picardië, ongeveer 60 kilometer ten noorden van Parijs.
Vanuit het
treinstation Paris-Nord neem je de trein richting Chantilly, een rit die
ongeveer 25 minuten in beslag neemt. Kostprijs (in 2017) 17 Euro heen en terug.
Aangekomen in Chantilly is het nog een flinke
wandeling van ongeveer 30 minuten tot aan het kasteel van Chantilly.
We waren op tijd, dus lang aanschuiven was het niet aan de caisse van het Kasteel, Kasteel de Chantilly bied zijn bezoekers verschillende combinaties of mogelijkheden aan, zoals het bezoek aan het Museum van het paard (paardenstallen) of alleen de tuinen, maar wij kozen voor het ticket 'kasteel en tuinen', prijs 17 Euro.
Het kasteel en zijn tuinen heeft al voor vele filmlocaties gediend. De meest bekende is de James Bond film 'A View to a Kill' (1985), het kasteel diende als het landgoed van stoute jongen Max Zorin (gespeeld door Christopher Walken).
Het kasteel van Chantilly staat op de plek van een middeleeuws
fort en bestaat uit verschillende delen:
het Petit Château (ook het Kapiteinshuis), dat dateert uit
de 16e eeuw en nog in oorspronkelijke staat is; de Grote Stallen uit de 18e eeuw, tegenwoordig in gebruik
als museum (Museum van het paard) het Château Neuf, oorspronkelijk eveneens uit de 16e eeuw,
verwoest gedurende de Franse Revolutie.
Het huidige bouwwerk is een 19e-eeuwse reconstructie in
opdracht van Hendrik van Orléans (1822-1897), hertog van Aumale en jongste zoon
van koning Lodewijk Filips. Deze bracht er zijn collectie schilderijen en
antieke boeken onder en vermaakte het complex als Museum Condé aan het Institut
de France. Het complex omvat voorts een parktuin van 115 hectare. Ook het Bos
van Chantilly behoort tot het domein. Het stadje Chantilly is tijdens en na de
Franse Revolutie ontstaan ten westen van het kasteel.
|
Monogram, Hendrik van Orléans, Chantilly |
Geschiedenis
Oorspronkelijk was het Kasteel van Chantilly een middeleeuws
fort, met zeven torens en omgeven door een slotgracht, dat de route van Parijs
naar Senlis controleerde. De burcht behoorde aanvankelijk toe aan Guy de
Senlis, bottelier van koning Lodewijk VI aan het eind van de 11e eeuw. De
familie nam de naam Bouteiller aan en beheerde het kasteel tot de 14e eeuw, tot
het in 1358 werd geplunderd.
In 1386 wordt het verkocht
aan Pierre d'Orgemont, voormalig kanselier van Karel V van Frankrijk. Deze laat
het kasteel tussen 1386 en 1394 herbouwen. In 1484 laat de laatste d'Orgemont
Chantilly na aan zijn neef Willem baron de Montmorency.
De periode-Montmorency
De rijke en machtige familie de Montmorency heeft het
kasteel in bezit van de 15e tot de 17e eeuw en voert in die periode ingrijpende
moderniseringen door. Het meest illustere lid van deze familie, Anne van
Montmorency (1493-1567), oppermaarschalk en de eerste hertog, laat de burcht in
1528 renoveren. Het Petite Château wordt toegevoegd in 1551 door de architect
Jean Bullant die ook al zijn kasteel van Ecouen had verbouwd. Tevens worden er zeven kapellen gebouwd, waarvan
er drie bewaard zijn gebleven. Hij is ook degene die de eerste tuinen laat
aanleggen.
Hendrik I van Montmorency laat in het hogere gedeelte van
het park het Maison de Sylvie bouwen dat ook nu nog bestaat. Oorspronkelijk
ontworpen om koning Hendrik IV van Frankrijk te ontvangen, werd het de
schuilplaats van zijn eerste vrouw Antoinette, (bijnaam Sylvie) gedurende de
Godsdienstoorlogen, tot haar dood.
Hendrik II van Montmorency, een van de machtigste Franse
edelen, revolteerde tegen de Franse koning en Richelieu en werd in 1632 in
Toulouse ter dood gebracht. Zijn bezittingen werden door Lodewijk XIII verbeurd
verklaard. Het merendeel ervan werd teruggegeven aan zijn zusters, maar
Chantilly hield de koning zelf om te gebruiken als jachtslot. In 1643 gaf Anna
van Oostenrijk, echtgenote van Lodewijk XIII en na diens dood regerend vorstin,
het landgoed terug aan de jongste zuster van Hendrik II, Charlotte, vrouw van
Hendrik II van Bourbon-Condé. Hiermee kwam het in bezit van het huis-Condé,
jongere tak van het huis-Bourbon.
De periode-Condé
In de 17e en 18e eeuw is het landgoed Chantilly de
voornaamste bezitting van de prinsen van Condé, die een grote rol spelen in de
periode voor de Franse Revolutie. Lodewijk II van Bourbon-Condé, ook de Grote
Condé genoemd, speelde als maarschalk een grote rol in de eindfase van de
30-jarige oorlog. In de burgeroorlog die volgde koos hij partij voor La Fronde
tegen de koning en kardinaal Mazarin. In 1652 werd daarom zijn landgoed
geconfisqueerd; hij kreeg het terug in 1659 bij de Vrede van de Pyreneeën.
Ver van Versailles richt hij nu al zijn aandacht op de
verfraaiing van zijn landgoed. Het park laat hij ontwerpen door de beroemde
landschapsarchitect André le Nôtre, die later ook Versailles zou ontwerpen. De
Nonette wordt gekanaliseerd om de waterpartijen van het park te vullen, tezamen
25 hectare; kortom, het geheel wordt ingericht in een perspectief van grandeur
zoals het nu nog bestaat.
De Grote Condé ontvangt op Chantilly schrijvers als La
Fointaine, Jean de La Bruyère, Jacques-Bénigne Bossuet, Madame de La Fayette,
Madame de Sévigné. Er worden fantastische feesten gegeven. Molière schrijft en
speelt er stukken als Les Precieuses ridicules en Tartuffe. De keuken onder
leiding van hofkok François Vatel is beroemd: in deze tijd wordt naar men zegt
de slagroom (crème chantilly) uitgevonden.
In april 1671 bezegelt Louis II zijn verzoening met Lodewijk
XIV met een ontvangst op het kasteel. Volgens Madame de Sévigné pleegde Vatel
bij deze gelegenheid zelfmoord omdat het opdienen van het visgerecht te laat was;
maar deze anekdote is nooit bevestigd.
|
Zicht van Château de Chantilly bij de hoofdingang - caisse |
De 18e eeuw
Henri Jules, bijgenaamd de Zotte (1643-1709), laat het
paleis verder uitbreiden door de architecten Jules Hardouin-Mansart en Jean
Aubert. Deze laatste bouwt tussen 1723 en 1726 ook de Grote Stallen voor
Lodewijk IV van Bourbon-Condé (1692-1740, ook Meneer de Hertog genoemd).
Deze
hertog, puissant rijk geworden door de invoering van het bankbiljet, was enkele
jaren eerste minister van Lodewijk XV en bijzonder gehecht aan dit paleis (waar
hij trouwens vanaf 1726 huisarrest kreeg). Hij liet de appartementen in het
Petit Château decoreren en liet het eerste Franse porselein vervaardigen.
|
Lambriseringen met verguld houtsnijwerk |
Meneer de hertog liet vanaf 1720 het oostelijke park
inrichten, het parc de la Caboutière, genoemd naar een gebouw waar Hollandse
tulpen werden gecultiveerd.
Diverse paden in het park werden beschaduwd door
priëlen als groene zalen, onderling verbonden. In het park verscheen een
gigantisch levend ganzenbord, compleet met gevangenis en put, dat tussen 1730
en 1770 een van de voornaamste attracties werd. In het Parc de Sylvie werd een
groot labyrint aangelegd. Van al deze attracties is heden ten dage niets
overgebleven.
Ook zijn zoon, Lodewijk V Jozef van Bourbon-Condé, voegde
ettelijke verfraaiingen toe, waaronder het Kasteel van Enghien, een langwerpig
classicistisch bouwwerk en een Engels-Chinese tuin.
|
Zicht vanuit de tuin
|
|
Chantilly, Parterre, Franse tuinen |
De Franse Revolutie en erna
Lodewijk V vlucht na de Franse Revolutie en Chantilly wordt
in 1790 geconfisqueerd als Nationaal Erfgoed. In 1792 wordt het echter
geplunderd en verwoest door de Nationale Garde, en daarna als gevangenis
gebruikt. In 1799 wordt het voor ongeveer 100.000 franc in toenmalige aandelen
verkocht. De kopers zijn ondernemers die het om de bouwmaterialen te doen is,
maar het lukt ze niet om alles te slopen voor de bouwmarkt instort; de
bijgebouwen blijven staan.
Het park ten westen van het kasteel, dat is ontworpen door
Le Nôtre met de beroemde waterwerken, wordt verkaveld. De hydraulische machine
die het park van water moest voorzien bestaat nog.
De Grote Stallen, eens
ontvangstplaats voor koningen en heersers, werden bezet door het leger en
daarom niet verwoest, en zijn nauwelijks beschadigd. Bij zijn terugkeer in 1815
doet Louis V de meest noodzakelijke reparaties, maar het park is niet in zijn
geheel te redden omdat er inmiddels een weg doorheen loopt. Zijn zoon laat
daarom het westelijk deel omvormen tot een Engelse parktuin.
Interieur: trappenhuis
Na de dood van Lodewijk VI, de laatste Condé, gaat het
landgoed over op Hendrik van Orléans, de jongste zoon van Lodewijk Filips I van
Frankrijk. Van het schitterende paleis van vroeger is echter ternauwernood de
begane grond over.
Ook Henri ziet tussen 1830 en 1848 geen kans het weer op te
bouwen, en wanneer de revolutie uitbreekt vlucht hij naar Engeland, waar hij
tot 1871 blijft, in Twickenham bij Londen. Zijn vrouw en twee zoons sterven er.
Wel bouwt hij daar stukje bij beetje zijn kunstverzameling weer op.
Terug in
Frankrijk laat hij het paleis restaureren door de architect Honoré Daumet en
brengt er zijn verzameling onder die geldt als de tweede grootste na die van
het Louvre.
|
Trappenhuis, kasteel - Domaine de Chantilly |
Hij schenkt per testament het kasteel en de verzameling
kunstschatten en manuscripten in 1886 aan het Institut Français, met de
bepaling dat geen van de manuscripten ooit het kasteel mag verlaten. In de
Eerste Wereldoorlog werd het nog gebruikt als generaalskwartier.
Sindsdien is
het een museum, het Musée Condé. In dit museum zijn 800 schilderijen verzameld
van Raphael, Jean Antoine Watteau, Ingres, Camille Corot en gravures van
Albrecht Dürer, voorts 30.000 boeken waaronder de wereldberoemde Très Riches
Heures du Duc de Berry van de Nijmeegse gebroeders Van Limburg (ca.1400).
|
Chantilly, Het Condé Museum, 800 schilderijen van top kwaliteit |
De stallen zijn eveneens als museum in gebruik
Chantilly staat ook bekend als de paardenhoofdstad van
Frankrijk. Dat komt vooral vanwege de aanwezigheid van het Paardenmuseum dat
gevestigd is in de Grote Stallen van het kasteel van Chantilly. (De Grand
Ecuries).
Tussen 1719 en 1735 is dit ontwerp van architect Jean Aubert geconstrueerd. Het is een hoogtepunt van Franse architectuur is 186 meter lang. Op zijn hoogtepunt herbergde het gebouw 240 paarden en 500 honden. En is nog steed één van mooiste paardenstallen van de wereld.
Museum sinds 1982
Het is een museum met levende
paarden , U kunt op een speelse manier kennismaken met de wereld van het paard
tijdens paardenshows en in zalen waar u honderden voorwerpen kunt bewonderen.
Al uw zintuigen worden op scherp gezet: u bent de grote Franse paardenstallen
nog maar nauwelijks binnen of u zit meteen in een echte, stevige paardenlucht.
Tot vlak voor de show mag u – en dat is uniek – de paarden in hun stal
bekijken.
Entreetickets kun je aan de kassakopen of vooraf via internet.
Behalve de aanwezigheid van een paardenmuseum worden er in
Chantilly ook paardenconcoursen gehouden. Er zijn zelfs hotels in en rondom
Chantilly die speciaal gericht zijn op het herbergen van rijders en hun
paarden.
Een bijzondere anekdote
De Grandes Ecuries zijn gebouwd in opdracht van Louis-Henri
de Bourbon, de zevende prins van Condé. Volgens een legende geloofde hij dat
hij zou reïncarneren als paard, daarom bouwde hij alvast stallen die bij zijn
rang en waardigheid pasten.
Het dorp Chantilly zelf heeft naast het kasteel en haar
prachtige entreepoort weinig te bieden. Het is een vrij standaard Frans dorp
zoals je dat ook elders in Picardië aan kan treffen. Wat overigens wel een leuk
feit is, is dat slagroom zoals wij die kennen vernoemd is naar Chantilly. Crème
Chantilly werd volgens sommige bronnen geïntroduceerd op een feest op het
Kasteel van Chantilly. Andere verhalen die je leest is dat de naam Chantilly
pas in een later stadium aan geslagen room gekoppeld is.
|
De stallen van Château de Chantilly |
------------------------------------------------------------------------
--------------------------------------------
Dit zijn een aantal foto's van het bijzondere interieur. Een mix van Franse Lodewijk stijlen en Napoleon III-stijl ,het ziet er allemaal een beetje eclectisch uit, maar smaakvol is het wel.
|
Monogram, Hendrik van Orléans Lambriseringen met verguld houtsnijwerk |
|
Château de CHANTILLY | Domaine de Chantilly |
|
Lambriseringen met verguld houtsnijwerk |
|
Franse Lodewijk stijl boiserie |
|
Chantilly, kamer met Chinoiserieën |
|
Buste De Condé, Chantilly |
|
Lambriseringen met verguld houtsnijwerk |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten