La pierre de Vielsalm
of de
Belgische Coticule
In mijn blog probeer ik jullie wat bij te leren over houtsnijwerk, de toepassingen van ornamentiek en houtsnijtechnieken. Het leek me een gepast moment u eens kennis te laten maken met de Belgische Coticule, deze steen zorgt ervoor dat onze houtsnijbeitels vlijmscherp blijven. Met scherpe beitels werken is namelijk een belangrijk onderdeel bij de creatie van ornamenten in hout.
Mijn eerste kennismaking met de Coticule
1984, Ik had net een opleiding van zes jaar meubelmakerij voltooid en begon aan een eerste jaar basistechnieken houtsnijden in Maaseik. Ik vergeet het nooit meer die eerste schooldag ; 'Tegen morgen brengen jullie allemaal een wetsteen mee', zei de leraar 'en niet zo maar eentje,een Coticule'.
In het houtsnijatelier haalde hij uit een ijzeren kast een doosje met een gele steen erin, een tiental leerlingen ingroep bogen zich over dit iets wat eigenaardig exemplaar heen, het was een wetsteen die ik nog nooit gezien had.
Reeds zes jaren was je gewoon met een 'ander soort' van wetsteen te werken; 'Deze steen uit Vielsalm zijn de beste wetstenen' beweerde hij. En met een lachje en een air van, zei hij ; 'en ze zijn niet gemakkelijk te vinden'. Hij wist goed genoeg dat de kans bijna nihil zou zijn dat leerlingen zoiets thuis hadden en in de gereedschapswinkels was dit soort wetsteen ongekend.
s'Avonds thuis gekomen vertelde ik dit aan mijn vader over deze 'gele wetsteen'. 'Wacht eens even', zei mijn vader terwijl hij naar de garage liep, hij haalde een houten kistje uit de rek en vond al snel wat hij zocht; 'Is er dit zo eentje' zei hij, Yes dacht ik bij mezelf.
Mijn vader toonde me een joekel van een steen, zeker 15 cm diameter en 4cm dik 'Hij is nog van je grootvader geweest, hij maakte er zijn scheermessen op scherp'.
De dag nadien natuurlijk, ik zo fier als een gieter, met mijn wetsteen naar school, in het houtsnijatelier was 'mijn steen' al snel het gespreksonderwerp van de dag, ik was namelijk de enige leerling die zo een wetsteen meehad en dat is ook voor de rest van het schooljaar zo gebleven.
Toen de leraar houtsnijden zag hoe groot dat dit erfstuk wel was is het nooit meer goed gekomen tussen ons twee. We zijn nu bijna 30 jaar later en nog steeds heb ik mijn 'eerste' Belgische Coticule, de Pierre de Vielsalm van mijn grootvader.
|
Maurice Celis |
|
Ardennes Coticule |
De Belgische Coticule, het bedrijf
Om sculpteerbeitels of houtsnijbeitels te
ontdoen van hun braam wordt gebruik gemaakt van de Belgische Coticule. Deze
wetsteen is wereldberoemd, hij komt uit Lierneux vlak bij Vielsalm, een dorpje
in de Belgische Ardennen. In dit bedrijfje wordt sinds 1865 uitzonderlijke
slijpstenen geproduceerd.Waarschijnlijk kenden de Romeinen al de slijpende
werking van de stenen want de Romeinse schrijver Plinius vermeldt reeds de
aanwezigheid van slijpstenen uit deze regio.
Reeds vele jaren ken ik Maurice Celis
persoonlijk zeer goed, hij is burgerlijk mijnbouwingenieur en eigenaar van
Ardennes Coticule. Maar ook iemand die gepassioneerd is door alles wat met
stenen te maken heeft. Hij was dus de ideale persoon om het bedrijf in 1999 van
een faillissement te redden . Met vernieuwde inzichten heeft hij dit stukje
Belgische erfgoed nieuw leven ingeblazen en terug winstgevend gemaakt. Deze
ambitieuze man gooide het over een heel ander boeg. Hij besefte dat, om
rendabel te zijn, de mijn niet alleen door de opbrengst van de Coticule moest
renderen, maar ook van nevenproducten inkomsten moest gaan genereren.
Voor elke 15000 ton gesteente dat
ontgonnen wordt, is er slechts 10 ton ruwe Coticule bruikbaar voor het
vervaardigen van slijpstenen. Het bedrijf produceert twee soorten slijpstenen:
de Belgische blauwe wetsteen en de slijpsteen van Vielsalm of Coticule. De
14990 ton die geen Coticule oplevert, wordt toch nuttig gebruikt. De stukken
leisteen gaan naar de bouw, waarvoor mangaan en vette klei de grondstof zijn
voor de veel gevraagde zwarte bakstenen. En de rest dient als grondstof voor keramische
rioleringsbuizen.
|
Een voorraad onbewerkte Belgische blauwe wetsteen en Coticule |
La
pierre de Vielsalm, de Belgische Coticule is een natuurlijke wetsteen met een
rijk verleden. De ontginning en productie van de Coticule in de
Belgische Ardennen gaat terug tot de 17de
eeuw.
De Coticule is een afzettingsgesteente dat
zich gedurende 480 miljoen jaar gevormd heeft tot de steen zoals die nu
opgegraven wordt. Het gesteente bestaat uit grijsgele vulkanische as en klei en
bevat 30 tot 42 procent kleine granaten - van 5 tot 20 micron groot.
Door de grilligheid van de
natuur komt de Coticule slechts in dunne rechtopstaande lagen voor, ingesloten
tussen brede lagen blauwpaarse leisteen. Hierdoor moet het ontginnen ervan zeer
minutieus en hoofdzakelijk zonder inmenging van machines gebeuren.
Deze ontginning is een zeer
tijdrovend, arbeidsintensief en kostelijk werk dat onder invloed van allerhande
weersomstandigheden slechts enkele maanden per jaar kan plaatsvinden.
De productie is 100%
artisanaal en dat maakt van elke steen een uniek exemplaar. Om één kilogram
verwerkbare Coticule te hebben, moet men minstens één ton rots eromheen
verwijderen.
|
De ruwe Coticule verlijmd op leisteen |
|
Op de foto onderaan,Coticule die nog verzaagd moet worden | |
De Coticule wordt nogal snel vergeleken
met een 8000 grit wetsteen, t.o.v. het Japanse grit systeem, maar men dient in
acht te nemen dat de Coticule een natuurproduct is; geen enkele steen is dus
100% identiek. Men moet goed in het oog
houden dat de gritaanduiding louter dient als indicatie en verder zegt het weinig
over de specifieke eigenschappen van de steen. Het grote voordeel t.o.v. andere
wetstenen is dat de Coticule zeer fijn
en zeer snel slijpt. Deze combinatie bezit geen enkele andere wetsteen.
De snede van allerhande gereedschappen
zoals beitels, gutsen en bijlen wordt zo fijn gepolijst dat o.a. houtvezels
snel en zuiver worden doorgesneden met een gladde afwerking tot resultaat.
Inkepingen in het oppervlak zijn onbestaand. Hierdoor is de steen zo gegeerd
door o.a. houtbewerkers , beeldhouwers en ornamentsnijders.
|
In het atelier van Maurice Celis |
Het afwetten met de Coticule
Het afwetten gebeurt steeds met water. Het volstaat om het Coticule-oppervlak
nat te maken, de steen moet niet ondergedompeld worden.
Tijdens het afwetten
komen er granaten vrij uit het Coticule-oppervlak. Des te meer granaten
vrijkomen des te abrasiever de slijppasta wordt. Een veelgebruikte methode om de abrasiviteit te verhogen is door met een
coticule wrijfsteentje een slijppasta rijk aan granaten aan te maken op
het Coticule-oppervlak. Dit gebeurt door het Coticule-oppervlak van het
wrijfsteentje over het Coticule-oppervlak van de wetsteen te wrijven. De
melkwitte slijppasta wordt snel zichtbaar.
Voor het fijne afwetwerk wordt de slijppasta in enkele stappen verdund met
een weinig water tot er uiteindelijk enkel water op het oppervlak aanwezig
is.
Dankzij deze methode en de veelzijdigheid van de Coticule is er slechts 1
wetsteen nodig voor het volledige slijpproces.
LET OP ! Vraag aan Maurice Celis naar de kwaliteit wetstenen die het best geëigend zijn voor sculpteerbeitels en beitels voor de houtbewerker.
Tips:
De Coticule is een niet poreuze steen, hij kan niet dichtslibben. Gebruik enkel water tijdens het afwetten, geen olie. Olie wordt enkel
gebruikt bij poreuze stenen om te vermijden dat ijzerdeeltjes zich in de poriën
vastzetten.
Vlak maken: Leg een stukje schuurpapier op een vlakke ondergrond. Doe er
wat water op en slijp de steen vlak. Gebruik een schuurpapier met korrel +/- 80
tot 100 micron.
Levensduur steen: De levensduur hangt samen met het gebruik. Des te
intensiever het gebruik des te sneller de steen opgebruikt is. Globaal genomen
gaan onze slijpstenen bij normaal gebruik 20 jaar mee.
Tof, weer iets bijgeleerd!
BeantwoordenVerwijderenZeer interessant artikel geschreven met de nodige compassie over het gebruik van de Belgische coticole slijpsteen met zijn rijke verleden.
BeantwoordenVerwijderen