Patrick Damiaens |
Ornamentsnijder
Abdij MARIËNLOF in KERNIEL
(Belgisch Limburg)
Waarschijnlijk is het bezoek aan Musea, Kastelen en kerken de belangrijkste bron van inspiratie voor de ornamentsnijder.
Mariënlof
Abdij van Colen |
Het werd uiteraard opgedoekt door de Franse revolutionairen. Maar in 1822 werd het opnieuw tot leven gewekt, deze keer door cisterciënzers, zeg maar vrouwelijke trappisten.
Het klooster krijgt de naam Mariae Laudes of Mariënlof. In 1468 en 1483 worden de gebouwen geplunderd en beschadigd door rondtrekkende respectievelijk Bourgondische en Brabantse troepen. Ook in de burgeroorlog tussen de familie de La Marck en prins-bisschop Jean de Horne (1456-1505) wordt het klooster verschillende keren geplunderd.
De kerk wordt in 1750 door een blikseminslag verwoest; er wordt een nieuwe kerk gebouwd met gedeeltelijk behoud van de oudere muren. In deze restauratiecampagne worden ook de rijke lambrisering, het sacristie-interieur en de schilderingen van M. Aubée gerealiseerd.
Sacristiekasten (1777) |
Zicht vanuit de kerk richting sacristie |
Het klooster wordt opgeheven in 1796, waarna de kruisheren het verlaten.In 1822 verkopen de kruisheren het klooster; het wordt ingericht als meisjeskostschool en bestuurd door voormalige cisterciënzerinnen uit Woutersbrakel. Zij vormen na 1831 het klooster om tot een bernardinessengemeenschap, later verheven tot abdij. De gebouwen in hun huidige vorm beschrijven een vierkant kloosterpand met de kerk in de zuidwestelijke vleugel; dit kloosterpand ligt in de zuidhoek van het rechthoekige erf van het neerhof, dat aan de noordwestelijke-, noordoostelijke- en zuidwestelijke zijde door hoevegebouwen is omringd.
Het erf van het neerhof is gekasseid.
Het belangrijkste is het reliekschrijn van Sint-Odilia, het oudste schilderwerk op doek in de Nederlanden. Het werd in 1292 geschilderd door een onbekend gebleven kunstenaar en stelt de legende van de genoemde heilige voor die, op haar terugweg van een bedevaart naar Rome, samen met elfduizend (!) maagden door de Hunnen werd vermoord.
Houtsnijwerk Luikse -stijl |
Na de Franse Revolutie verhuisde het schrijn naar de kerk van Kerniel en in 1829 wilde de toenmalige pastoor het in een bestaande, maar helaas te kleine nis plaatsen. Dus nam de geestelijke zijn toevlucht tot zaag en beitel. Het dakpaneel van het schrijn werd verwijderd en een ander middendoor gezaagd om het geheel te verkleinen. Negentiende-eeuws vandalenwerk dus. Maar tegenwoordig zorgen de zusters van Colen heel goed voor die schat, die bewaard wordt in de sacristie.
Reliekschrijn van de Heilige Odilia |
Ook de 12de eeuwse koorstoel van de H. Lutgart wordt in de abdij bewaard.
http://www.patrickdamiaens.be |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten