|
Sgrafitto op lijsten |
VERGULDEN, VERVEN, SGRAFITTO
Polimentvergulding
DECORATIES
In de verschillende
blogitems heeft u kunnen genieten van mooie interieurs met fraaie meubelen en
andere decoratieve voorwerpen . Het decoratieve van een object wordt in de
eerste plaats bepaald door de vormgeving welke met een uitgekiende decoratie
wordt versterkt. Vergulde decoraties voeren weliswaar de boventoon, maar er
zijn decoraties die naar mijn idee veel expressiever zijn.
VERGULDEN, VERVEN, SGRAFITTO
Italiaanse tabernakellijsten uit de Renaissance vind ik tot
de mooiste gedecoreerde objecten behoren. Een tabernakellijst heeft het
uiterlijk van een miniatuur Griekse tempel, met een timpaan op 2 kolommen. Het
zijn juweeltjes van ontwerp en het vakmanschap om een dergelijke lijst te maken
met een mix van decoraties in vorm en uitvoering. Tabernakellijsten werden
uitgevoerd in slechts enkele basistechnieken: vergulden, verven en sgrafitto. Het
zijn deze technieken die ik hier kort onder uw aandacht brengen. Het zijn de belangrijkste decoratiemethoden voor
beeldhouw- en houtsnijwerk en op lijsten met ornamenten die vanaf de
middeleeuwen werden toegepast.
|
Tabernakellijst |
De basis, het hout
Alvorens te kunnen decoreren zal er eerst een object gemaakt
moeten zijn. Ik beperkt mij tot houten objecten. De basis voor mooi werk wordt
gelegd in de kwaliteit van het gekozen hout.
Een beeldhouwer, een ornamentist en een vergulder/decorateur
hebben met elkaar gemeen dat zij een grondige afkeer hebben van hout dat krom trekt,
scheurt en noesten heeft. Voor goed werk is foutloos, fijn generfd en goed
gedroogd hout dat fatsoenlijk kwartiers
gezaagd is noodzakelijk. In het algemeen
werden vroeger lokaal voorhanden zijnde inheemse houtsoorten gekozen.
In de vroege middeleeuwen werden beelden uit een massief
stuk boomstam gesneden. U begrijpt, in de kortst mogelijke tijd kwamen er grote
droogscheuren in het beeld. Op basis van die ervaringen ontstonden 2 methoden
om scheurvorming tegen te gaan. De ene methode was een groot gat vanuit de
onderzijde in het hart van de stam boren.. Scheurvorming begint in het hart van
de stam.
De dunnere wand heeft minder spanning en daardoor minder neiging
hebben tot scheuren en trekken. De tweede was het beeld vanuit de achterkant
uithollen en het gat dan later met een deurtje afdekken.
Voor de komst van de zaagmolen werd hout gekloofd om er
planken van te maken. Dat waren in feite kwartierse planken en kwartiers hout
heeft veel minder neiging tot scheuren en kromtrekken dan dosse gezaagd hout.
Genoeg aanleiding voor de beeldhouwer aan de
timmerman te vragen om een soort doos uit dik kwartiers hout te maken waaruit
hij dan zijn beeld kon snijden. Deze methode had nog meer voordelen: de vorm
van de doos kon worden afgestemd op de vorm van het te maken beeldhouwwerk en
het werd gemakkelijker om noestarm hout te gebruiken. De economische voordelen
laat ik maar voor wat ze zijn. Deze doostechniek wordt heden ten dage nog regelmatig
toegepast.
Met uitzondering van de kleine eenvoudige lijsten, worden schilderijlijsten
uit constructief oogpunt al sinds de middeleeuwen uit afzonderlijke delen
opgebouwd. Niet alleen vanwege de opbouw met afzonderlijke regels, maar ook omdat
de regels meestal uit meerdere latten worden opgebouwd. Waar dikke ornamenten
moesten komen werden aparte opzetstukken gemaakt. Op deze manier wordt
scheurvorming en kromtrekken van de lijst misschien niet geheel voorkomen, maar
in ieder geval toch goed tegengegaan.
Het Werken van hout
Een boom bevat water en vloeistoffen met daarin de voedingsstoffen.
Als de boom geveld is en tot planken gezaagd is het vochtgehalte in het hout
veel groter dan van de lucht. Het hout moet drogen, d.w.z. het vochtgehalte
moet in evenwicht komen met het vochtgehalte van zijn omgeving.
Bij natuurlijk
drogen in de lucht moet gerekend worden met 1 jaar droogtijd per cm plankdikte.
Een plank heeft de neiging krom te trekken en wel zo dat de jaarringen gestrekt
worden.
Een dosse plank trekt dus krom en een kwartierse plank nauwelijks. Het
was vroeger zeer gebruikelijk om bomen te wateren. Een pas gevelde stam werd gedurende
maanden tot enkele jaren in licht stromend water gelegd om het hout bestendiger
te maken tegen insectenvraat en schimmels en ook beter bewerkbaar te maken. In
hoeverre het wateren in de middeleeuwen
en met name in Italië en Frankrijk werd toegepast is nog onbekend.
Hout krimpt en zet altijd uit (in de breedte) onder invloed
van de variaties van de luchtvochtigheid. Daarom wordt in musea de lucht
geconditioneerd op temperatuur en vochtigheid. Grote aantallen bezoekers die
buiten in de regen hebben gestaan bezorgen een conservator hoofdpijn.
De Voorbewerking voor het decoreren
Decoreren begint bij het prepareren van de ondergrond. De
houten ondergrond blijft altijd werken en is dus altijd in beweging. De afwerklaag
van goud, verf enzovoort is echter niet elastisch genoeg om met het hout mee te
kunnen bewegen en gaat op den duur scheuren. Dat willen we niet en daarom gaan
we het hout isoleren en ook voorbereiden op de decoratie.
In ons vakgebied
wordt dat gedaan door het hout eerst in te smeren met een verdunde dierlijke
lijm. Tevens worden eventuele noesten onschadelijk gemaakt door er een stukje
textiel over te lijmen. Bij ikonen wordt de gehele ondergrond met doek beplakt.
Daarna volgen enkele lagen gesso. Gesso (Italiaans voor “gips”) is een mengsel
van dierlijke lijm en krijt (calciumcarbonaat).
|
Het vergulden van een familiewapen in hout |
Kunstschilders gebruiken ook
heden gesso om er hun schilderijdoek mee te prepareren. Met de gesso is het
hout voldoende geïsoleerd en de ondergrond tevens goed voorbereid. Voorbereid
wil zeggen een goede hechting bieden voor de vervolgstappen die op hun beurt
afhankelijk zijn van het soort decoratie die toegepast wordt.
Het Vergulden
Vanaf medio 17e-eeuw wordt het vergulden de
belangrijkste decoratie in Frankrijk en Italië, en voorts in de “wereld” die de
trendsetters volgt. Objecten, lijsten worden geheel verguld. Voordien werd het
vergulden gebruikt om bepaalde delen van de decoratie een gouden uitstraling te
geven. Met name accentueren leggen.
Poliment- en mixtionvergulden zijn de belangrijkste vormen
van vergulden waar men mee te maken krijgt.
Bij polimentvergulden wordt op de gesso een laag vette klei gemengd
met dierlijke lijm, de bolus, aangebracht. Op de met verguldwater bevochtigde bolus
wordt dan het bladgoud opgelegd.
Na enig drogen heeft het goud zich goed aan de
bolus gehecht en kan dan glanzend worden
gepolijst met een agaatsteen: het bruneren. Vroeger nam men daar een honden- of
wolfstand voor.
De bolus kan verschillende kleuren hebben. Heel bekend is de
rode Armeense bolus. Het bladgoud is flinterdun zodat de ondergrondkleur als het
ware door het bladgoud schijnt. Op die manier kan de uitstraling van de
vergulding worden gestuurd. Zo maakt rode bolus het goud warmer en gele bolus
de vergulding koeler. Bij een laat-Barokke kroonluchter ben ik eens groene
bolus tegengekomen.
Bij mixtionvergulden wordt op de gesso eerst een waterdichte
laag van vernis of schellak aangebracht om het zuigen van de ondergrond te
verhinderen. Dat voorkomt dat de lijm onregelmatig gaat plakken. Daarop komt
een mengsel van een drogende olie en harsen, de mixtion.
Zodra de mixtion na
enkele uren voldoende is aangedroogd kan hierop het bladgoud worden opgelegd.
Een mixtionvergulding kan niet glanzend worden gepoetst. ( het polijsten met een agaatsteen zoals bij polimentvergulding)
Omdat de gesso niet vochtbestendig is polimentvergulding niet
geschikt voor objecten voor gebruik buiten of een vochtige omgeving. Mixtion
kan op iedere niet-zuigende ondergrond worden aangebracht en daarom ook geschikt
voor het vergulden van buitenwerk. Waarom dan hier een gesso-ondergrond nemen?
Soms worden poliment- en mixtion op het zelfde object toegepast en dan is het
handiger als de ondergrond overal gelijk is. Behalve het hout isoleren kan de
gesso ook gebruikt worden om het hout te egaliseren als dat gewenst mocht zijn.
Ook kan men er versieringen mee maken
(pastiglia).
Het verhaal gaat dat koning Lodewijk XIV uit geldnood
massief gouden voorwerpen heeft vervangen door replica’s die dan verguld werden
om het bedrog te verdoezelen. Het is mogelijk. Hij was zeker niet de eerste die
zijn volk bedroog. Wel staat vast dat in de antieke oudheid de Egyptenaren, de
Etrusken en de oude Grieken de kunst van vergulden tot in de puntjes beheersten.
De Verf
Verf bestaat uit pigmenten en een bindmiddel. Pigmenten
ontlenen hun kleur door bepaalde golflengten van het licht te absorberen. Het
bindmiddel moet er voor zorgen dat de pigmentkorrels aan elkaar en aan de
ondergrond hechten.
Voor onze toepassingen komen alleen anorganische pigmenten
in aanmerking, omdat die hun kleur behouden. Plantaardige pigmenten verkleuren
te snel.
|
Kleurpigmenten |
Anorganische pigmenten werden vroeger gemaakt door het vermalen van gesteente,
mineralen en halfedelstenen (zoals lapis lazuli) of uit verweringsproducten uit
bepaalde gesteenten zoals Sienna, de aardpigmenten. Sienna werd naar schatting
al 35.000 jaar geleden door de mens gebruikt als bodypaint en voor
grottekeningen).
Heden ten dage worden de meeste anorganische pigmenten ook langs
chemische weg gefabriceerd. De voordelen zijn constante kwaliteit, fijne
gelijkmatige korrel en betaalbaarheid, De chemie heeft ook alternatieven ontwikkeld
voor pigmenten die giftige bestanddelen bevatten, zoals zinkwit i.p.v. loodwit.
In zijn beroemde “Il libro dell’arte” gaat de middeleeuwse kunstschilder
Cennino Cennini uitvoerig in over het maken van verf.
Alle grote kunstschilders
hadden leerlingen wier taak het was om pigmenten te vermalen voor de meester.
De kunstschilders Jef van der Veken en Han van Meegeren maalden hun pigmenten en
wreven de verf zelf om zo geheel in de stijl van hun illustere voorgangers te
kunnen schilderen. Beide kunstenaars begrepen de essentie van het decoreren met
verf. Beide schilders staan helaas ook
bekend als vervalsers. Maar ging het bij hen uitsluitend om financieel gewin?
|
Mengen van de pigmenten |
De tweede component van verf is het bindmiddel dat de
pigmentkorrels aan elkaar en aan de ondergrond moet hechten. Gesso is ook daar
een ideale ondergrond voor. In de 17e eeuw doet lijnolie zijn
intrede als bindmiddel en de olieverf begint zijn opmars bij de
“schilderijschilders”. Opmerkelijk is
dat olieverf voor het decoreren van kunstvoorwerpen niet echt in zwang komt.
Mogelijk heeft dat te maken met de relatief lange droogtijd van olieverf.
Tot die tijd was eitempera het ideale bindmiddel voor
decoraties en voor schilderstukken. Bij eitempera wordt alleen het eigeel uit de
dooier van een ei gebruikt en het eigeel wordt verdund met een beetje water.
Goed met elkaar gemengd ontstaat een emulsie, een mengsel (latijn: temperare)
van fijne oliebolletjes in water. Wanneer bij het drogen het water uit het
mengsel verdampt worden de eiwitten in het eigeel gedenatureerd; d.w.z. de
eiwitten worden in water onoplosbaar. De olie van het eigeel blijft grotendeels
gewoon olie. Het pigment wordt vooraf met water gemengd tot een papje. Het
pigmentpapje bij het eigeelmengsel voegen, goed mengen en eenmaal opgebracht ontstaat
er een ideale verflaag die goed hecht
aan de ondergrond, snel droogt en (door de olie) voldoende elastisch blijft.
Omdat tempera niet transparant is en de verschillende
kleuren niet met elkaar gemengd kunnen worden, moeten de verschillende kleuren
in lagen over elkaar heen geschilderd worden. Voor decoraties van gepolychromeerde
beelden en lijsten een ideale verf die zijn kleur eeuwen lang weet te behouden.
Dat gaat ook op voor schilderijen die ons de indruk geven dat zij gisteren zijn
geschilderd en niet 400 jaar geleden.
Wie in de verre oudheid bijvoorbeeld gesso en eitempera
hebben ontwikkeld is niet bekend. Dit soort ontwikkelingen ontstaan in het
algemeen per toeval waarbij men gebruik
maakt van de materialen die in de omgeving voorhanden zijn. Een stuk gevallen
ei, kalksteen of dergelijke. Vervolgens begint men te experimenteren om te zien
of men een betere kwaliteit kan maken, hoe men de betrokken processen onder
controle kan houden. Men komt in aanraking met objecten uit andere landen,
waardoor een vergelijken met het eigen voorwerp en eigen technieken mogelijk
wordt en op die manier wordt men weer verder gestimuleerd (om door te gaan of
te stoppen). Het resultaat is dus een goed eindprodukt.
|
Het schuren van de gesso (vergulden) |
Cennino Cennini is in de middeleeuwen de eerste die op
schrift stelt wat er in de decoratieve wereld in zijn tijd omgaat, hoe
materialen moeten worden gemaakt, hoe een object moet worden voorbereid. Aan
alle facetten besteed hij aandacht. De eerste verslaglegging van eeuwenoude tradities.
Hij beschrijft ook het schilderen met eitempera, de functie van gesso op de
houten ondergrond en ook het vergulden.
|
Gesso en bolus reeds aanwezig |
|
Het poetsen van het goud met de agaat (Vergulden) |
De kunstenaar en ambachtslieden uit de Renaissance gebruiken
uit “Cennini” hetgeen voor hen het meest geschikt is, waaronder gesso,
eitempera en vergulden. Dat worden uiteindelijk de hoekstenen voor de
decoratieve kunst.
Ik ben niet tegen moderne materialen en andere technieken.
Dankzij de chemische industrie is er een scala van materialen op basis van
kunstharsen beschikbaar met hun eigen toepassingen.
Er zijn omstandigheden waar
de “oude” materialen en methoden niet of minder geschikt voor zijn, zoals in de
buitenlucht, vochtigheid, en daar worden met succes “nieuwe” materialen
toegepast. Mijn belangrijkste argument voor behoud van het oude is dat die
“oudjes” zich al eeuwen hebben bewezen en zich nog eeuwen zullen bewijzen. En
dat kan van de moderne materialen lang niet gezegd worden
|
Sgrafitto |
Sgrafitto
Sgrafitto vindt zijn oorsprong in de keramiek. Zelfs in de
verre oudheid werd het al als decoratie toegepast op potten. Bij sgrafitto
worden meerdere kleilagen met elk een andere kleur over elkaar heen gelegd. Als
de pot of schotel voldoende gedroogd is wordt met een scherp voorwerp de klei
plaatselijk zo ver weggekrabt tot de gewenste kleurlaag is bereikt. Als dat op
een gestructureerde manier gebeurt ontstaat er een tekening. Ook op gebouwen
kan men soms sgrafitto zien; in dat geval gaat het om gekleurde pleisterlagen.
|
Sgrafitto in steen |
|
Sgrafitto in steen |
Als decoratiemiddel voor beelden, lijsten en andere objecten
gaat het als volgt. Eerst wordt het object geheel verguld. Vervolgens wordt het
bladgoud met eitempera geheel overschilderd. De meest voorkomende kleuren zijn
blauw, blauwgrijs, rood en groen. Vervolgens, u raadt het al, wordt de tekening
overgebracht en met een speciale pen wordt met engelengeduld en een vaste hand zeer
voorzichtig de tempera conform de tekening weggekrabt. Hierbij kunnen zeer
dunne vloeiende lijnen worden gemaakt. Omdat de lijst of het object in zijn geheel is
verguld kunnen eenvoudig extra decoraties worden aangebracht.
Gepolychromeerde beelden werden in de Renaissance en Barok (en
daarna) met eitempera gekleurd. Versieringen met name op kleding werden vaak in
sgrafitto uitgevoerd.
Er bestaan decoratietechnieken waarbij het lijkt dat het om
sgrafitto gaat, maar bij nadere beschouwing het niet is. Als eerste de
plaatselijke vergulding.
Met mixtion wordt op de verflaag de tekening
geschilderd waarna het bladgoud op de mixtion wordt opgelegd. De tweede
techniek is het omgekeerde van de eerste. Op de vergulding wordt met eitempera
heel precies de tekening geschilderd. Voor deze techniek is eitempera zeer
geschikt vanwege de goede hechting op het bladgoud en het snelle drogen. De
beide technieken zijn geen minderwaardige methoden om sgrafitto te imiteren.
Het
zijn gewoon andere technieken met hun eigen voor- en nadelen. Alle technieken
hebben met elkaar gemeen dat er veel geduld en grote vaardigheid van de
decorateur voor nodig is. Alle drie genoemde technieken worden ook heden ten
dage nog regelmatig toegepast en niet alleen bij restauratiewerk.
Sgafitto is dus zelf geen zelfstandige techniek, maar een
slimme gebalanceerde combinatie van de hoekstenen vergulden en verven, waardoor
de decoratieve waarde niet 1 +1 = 2 is, maar veel meer doordat de kunstenaar
zijn decoratieve elementen heel fijn, sierlijk en tegelijkertijd heel subtiel in
de compositie kan weergeven.
Afsluitend enkele voorbeelden
In de Italiaanse Renaissance werden tabernakellijsten op
deze geweldige wijze gedecoreerd. In het
Uffizi-museum in Florence zijn fraai voorbeelden ten toon gesteld. Dit museum
is zeker de moeite van een bezoek waard
als u te dezen geïnteresseerd bent. Niet te vergeten de vele
meesterwerken van de kunstschilders uit alle tijden die er te bewonderen zijn.
Een andere optie is een bezoek aan het Palais de Versailles
en het Louvre. Kunstenaars en ambachtslieden uit vervlogen tijden hebben schitterende
werken gemaakt die daar bewonderd kunnen worden. Dankzij de door hen toegepaste
materialen en technieken hebben deze werken de tand des tijds met vlag en
wimpel doorstaan zodat wij vol bewondering er heden ten dage nog van kunnen
genieten.
Voor de meeste bezoekers telt terecht het aanzien van het kunstwerk
en de wijze waarop het tot stand kwam is voor hen vaak ondergeschikt. Ik ben er
echter van overtuigd dat museumbezoekers nog meer waardering zouden hebben als
zij enige kennis zouden hebben betreffende de manier waarop een dergelijk
kunstwerk tot stand kwam. Door middel van bovenstaande informatie heb ik
getracht een tipje van de sluier te lichten.
Tekst: Willem van Dort
04-08-2016
Troy Stafford een sgrafitto decoratie krabben. Foto:
Stafford
Sandro Botticelli: Annunciatie met tabernakel lijst, Museum
Uffizi, Florence. Foto: Van Dort
C J Frames: Renaissance frame with sgrafitto decoration
Aanbevolen literatuur en andere bronnen
E. Murta and C.
Saraiva. Poster 2014. How was it made? The Virgin and Child, a
perfect example of the typologies that characterise Malines sculpture.
In: K. Seymour (ed) Polychrome Sculpture: Artistic Tradition and Construction Techniques Proceedings
ICOMCC Interim Meeting, Working Group Sculpture, Polychromy, and Architectural
Decoration, Glasgow 13-14 April 2012, ICOMCC.
Cennino Cennini
Ill libro dell’Arte – Italië ca 1400
Ned.
Bewerking: Handboek voor de kunstenaar; uitg. Contact
Making a
Spanish Polychrome Sculpture
Video J. P.
Getty Museum
T. Newbery
et. all
Italian
Renaissance Frames
Uitg
Metropolitan Museum of Art, New York
Lynn Roberts
The
Frameblog