Het d'Ansembourg Museum |
Ornamentsnijder
Het Hotel
Willems - d'Ansembourg
of
Het d'Ansembourg Museum in Luik
Het hotel Willems en het bekende huis Curtius situeren zich in hetzelfde Luikse stadskwartier. Beide zijn gebouwd op kanonikale percelen gelegen tussen de Rue En Féronstrée en de kaai van Maastricht (langs de Maas). Tot het einde van de 16de eeuw waren die percelen eigendom van een van de zeven kollegiale kerken van Luik, de St-Bartholomeuskerk.
In 1738 kwam de Luikse handelaar en bankier Michel Willems in het bezit van een deel van dat kanonikaal goed. Hij liet de bestaande woningen slopen en trok een volledig nieuwe stadswoning op.
Zijn zoon Nicolas bewoonde het pand van 1766 tot 1788 en bij zijn overlijden vermaakte hij zijn eigendom aan zijn nicht Maroie-Anne-Victoire de Hayme de Bomal. Zij was de echtgenote van Graaf Joseph-Romain Marchant d'Ansembourg, neef van de Luikse Prins bisschop Francois-Charles de Velbrück (1771-1784). Aldus kwam het Hotel Willems-d'Ansembourg aan zijn dubbele benaming.
Inkomhal van het Museum d'Ansembourg, met zicht op de tuin. |
De bouw en afwerking nam ongeveer vier jaar in beslag. Architect Jean-Joseph Couven (Aken, 1701-1763) is als ontwerper weerhouden. De gevels zijn gekenmerkt door een typisch erg symmetrisch Luiks classicisme. Het parement is uitgevoerd in een zeer verzorgd baksteenmetselwerk met arduinen omlijstingen voor deuren, vensters en horizontale gevelbanden.
De plattegrond van het huis is symmetrisch opgevat. Alle ruimten geven toegang tot de ruime monumentale traphal. De vaste binnen decoratie, stucwerk deuren en lambriseringen, in een typische Luikse overgangsstijl tussen Lodewijk XIV stijl en Régence , werden kort na 1741 afgewerkt en bleven nagenoeg integraal bewaard.
Stucwerk in de inkomhal van het Museum |
In de inkomhal is het lichtgebogen plafond versierd met vier gemodelleerde medaillons die de vier kardinale deugden voorstellen: de standvastigheid, hoop, fortuin, en glorie. In het midden is er een ongewone voorstelling van de liefde afgebeeld. Opvallend voor de gelijkvloerse kamers zijn de lambriseringen en deuren in zichtbare eik; ze zijn versierd met een weelde aan geprofileerde omlijstingen en druk uitgewerkte symmetrische schelpmotieven.
In de tapijtenzaal hangen vier Oudenaardse wandtapijten met taferelen naar David Teniers; ze zijn afkomstig uit het Kasteel van Bellaire. Het plafond van de zaal is versierd met schitterende composities in gemodelleerd stucwerk; zij stelt de harpspelende Apollo vergezeld door de muzen Terpsichore, Euterpe, Uranus, Erato en Thalie voor.
Verder zijn er in de lambrisering boven de deuren drie supra-porta's met landschaps-scènes en personages van de hand van Jean-Baptist Cockers ingewerkt.
'Het' topstuk van het Museum d'Ansembourg |
Gesculpteerde deuren, lambriseringen en schoorsteenstuk in Luikse stijl |
In de schouwmantel van het rode salon is van dezelfde schilder een tafereeltje met de voorstelling van de ontvoering van Europa ingewerkt. De plafondschildering stelt het huwelijk tussen Jupiter en Juno in de tuin van de Hesperiden voor. Heel wat meubilair in het Hotel dateert uit de periode 1740-1750.
Ondermeer in de oude eetkamer een dubbelkast, al vermeldt in een inventaris van 1788. In diezelfde kamer zijn de wanden bespannen met origineel, weliswaar herbruikt , Mechels Corduaans leder. Op het koepelvormig plafond van de trapzaal is in gemodelleerd stucwerk de apotheose van Hercules afgebeeld. De trapleuning is integraal in smeedwerk uitgevoerd en is in een met ragfijn beeldhouwwerk versierde eikenhouten lambrisering ingewerkt.
Mechels Corduaans leder |
Prachtig gesneden schoorsteenstuk in eik |
In tegenstelling tot de zalen op het gelijkvloers zijn de kamers op de verdieping de lambriseringen in trompe-l'oeil geschilderd. Zij werden tijdens restauratiewerken onder overschilderingen herontdekt. Restaurateur Jaques Folville tracht door een doorgedreven interieur historisch onderzoek tot de oorspronkelijke kleurstelling te keren.
Het Salon Elsen ten slotte bevat een eik gebeeldhouwde schoorsteenboezem of trumeau met een ingewerkt portret van Michel Willems, de bouwer van het huis. Het plafond is met een mytologische kompositie (1741) van de hand van J.B. Cockers beschilderd.
Eén van de kamers op de 1ste verdieping van het Museum |
Prachtige Luikse Garde-Robe uitgevoerd in Luikse L.XVI stijl |
Op 2 Maart 1903 verwierf de stad Luik het complex. Zij vertrouwde de restauratie ervan aan architect J. Lousbergh toe. Het huis, omgevormd tot een museum voor de decoratieve kunsten, werd voor het publiek geopend in 1905. Met zijn uitzonderlijk gaaf kader en smaakvolle verzameling meubilair, schilderijen, tapijten e, siervoorwerpen straalt dit museum met zijn krakende plankenvloeren, ouderwetse verlichting en opstelling een unieke en knusse charme uit.
WEBSITE |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten